Hoge verwachtingen voor alle leerlingen. Altijd.

Leerlingen verschillen. Dat is een mooi gegeven. Daar wij op onze school kozen voor een leerstofjaarklassensysteem hanteren wij convergente differentiatie als uitgangspunt in al onze klassen. 

Bij convergente differentiatie bied je alle leerlingen dezelfde hoge basisdoelen, maar de aanpak zal verschillen. Voor leerlingen die het moeilijk hebben, worden de doelen niet verlaagd, maar wordt de instructie geïntensiveerd. Het individualiseren van de leerroute met aangepaste doelen zou de kansenongelijkheid vergroten.

Er is bekend vanuit wetenschappelijk onderzoek dat dit de beste manier van differentiëren is voor de leerlingen uit de middenmoot en de mogelijke uitvallers. Ook voor sterke leerlingen is EDI een krachtige aanpak. Het idee dat deze leerlingen met een minimale instructie de leerstof zouden moeten kunnen begrijpen, is een grote misvatting. Bij deze laatste groep kan de basisinstructie wel ingekort worden en kunnen er uitbreidingsoefeningen ingepland worden. 

Teamteaching (klik hier) geeft ons de ruimte om hier efficiënt mee aan de slag te kunnen gaan. 

Daarnaast herkennen we in de klaspraktijk de volgende lesonderdelen om te differentiëren op Scheutplaneet:

  • preteaching
    • is een instructiestrategie waarbij leerlingen worden voorbereid op nieuwe leerstof door hen voorafgaand aan de werkelijke les al een stuk instructie te bieden;
    • essentiële voorkennis wordt zo geactiveerd waardoor er vooraf reeds een basisstructuur gebracht wordt in de hoofden van de leerlingen;
    • hierdoor blijft de leerstof beter hangen en tonen leerlingen meer betrokkenheid, plezier en interesse;
    • vermijden we frustratie wanneer de les voor de volledige klasgroep onderwezen wordt;
    • werken we preventief in plaats van (louter) remediërend achteraf.
  • kwalitatief hoogwaardige basisinstructie via de methodiek Expliciete Directe Instructie
    • de leerkracht vervult een centrale rol om een kraakheldere instructie te onderwijzen;
    • verschillende lesfasen worden doorlopen: activeren van voorkennis, stellen van een duidelijk lesdoel, instructie, begeleide inoefening, (korte) lesafsluiting, zelfstandige verwerking en verlengde instructie.
    • in alle klasgroepen hanteren we hierbij dezelfde technieken: betrekken en activeren, controleren van begrip, geven van feedback en herhalen;
    • voor leerlingen die het moeilijk vinden, worden de doelen niet verlaagd, maar wordt de instructie in een volgende stap geïntensiveerd (verlengde instructie);
    • op deze manier halen nagenoeg alle leerlingen telkens de gestelde doelen;
    • het leren gebeurt in gezamenlijkheid en is een sociaal proces.
  • verlengde instructie in een kleine groep
    • de leerlingen die het lesdoel tijdens de kleine lesafsluiting nog onvoldoende beheersen, krijgen een verlengde instructie;
    • het staat niet bij voorbaat vast welke leerlingen deelnemen aan de verlengde instructie;
    • we hebben dus geen lagere verwachtingen bij risicoleerlingen. Iedereen doet mee aan de les en werkt naar hetzelfde lesdoel. We breiden de leertijd uit voor de leerlingen die dit nodig hebben.
  • optioneel: zeer intensieve persoonlijke instructie 
    • als er aan het einde van de verlengde instructie een leerling overblijft die het lesdoel nog steeds niet behaald heeft, dan geven we hem of haar een zeer intensieve instructie;
    • dit is verdere uitbreiding van de instructie en oefentijd in een 1-op-1 werking met de flexleerkracht;
    • door gebruik te maken van klasgenoten kunnen we de instructie nog meer intensiveren.

Alle ondersteuningsuren van onze school worden hiervoor ingezet: elke leeftijdsgroep kan rekenen op een flexleerkracht die meedraait in de klas als co-teacher of als parallelleraar wanneer enkele klassen samenwerken en verschillende activiteiten naast elkaar aangeboden worden.

De uitwerking in de klas kan licht verschillend zijn. Veel hangt immers af van de samenstelling van de klasgroep - welke ondersteuningsnoden er heersen - en van de leerstijl van de leraar.

Aanvullingen

  • De methodiek Expliciete Directe Instructie hanteren we bij lessen waar kennisoverdracht het doel is. Tijdens andere lesmomenten creëren we ook ruimte tot zelfontdekkend leren. 
  • Bij een bepaalde diagnostisering (bijv. dyscalculie) kan de bovenstaande differentiatie nog verder aangevuld worden met een beperkt aantal ondersteunende leermaatregelen (bijv. gebruik van een zakrekenmachine). 
  • Soms wordt er beweerd dat de (oudste) kleuters nog niet klaar zijn voor directe instructie. Onderzoek laat echter zien dat zij hier juist in sterke mate van profiteren en er ook plezier aan beleven. Een instructiekring met heldere uitleg, veel interactie en actieve kinderen is een krachtige en motiverende manier om ook de oudste kleuters nieuwe dingen te leren. Het spreekt voor zich dat het zelfontdekkend of natuurlijk leren via onder andere begeleid spel hier ook een belangrijke opdracht blijft. 
  • Tot slot nog dit: We zijn ons zeer bewust dat de individualisering van het onderwijs waarbij te veel en te eenzijdig een klemtoon gelegd wordt op de al aanwezige talenten van het kind beperkend is voor een groot deel van onze leerlingengroep. Daarom dat wij als school sterk inzetten op culturele en intellectuele emancipatie door een rijk aanbod van cognitieve inzichten en affectieve vaardigheden, naast culturele en kunstzinnige input. Zo willen we niemand groeikansen ontnemen: meer dan talenten dus!

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x